pauker.at

Niederländisch German vocabulary trainer

Woche+Monate
DeutschNiederländischSupplyLevelremove
am Mittwoch op woensdag
April april
August augustus
den nächsten Morgen de volgende morgen
Dezember december
die ganze Woche de hele week
Dienstag dinsdag
Donnerstag donderdag
Februar februari
Freitag vrijdag
Freitag morgen vrijdagochtend
für, vor, auf voor
gestern gisteren
Gestern habe ich einen Finger in der Tür eingeklemmt. Gisteren heb ik mijn vinger tussen de deur gekregen.
guten Morgen goedemorgen
hat gestern geheiratet is gisteren getrouwd
heute vandaag
Ich komme am Montag.
Verabredung
Ik kom maandag.
ich lese vor ik lees voor
Ihr Auto wird morgen repariert werden. Uw auto wordt morgen gerepareerd.
Januar januari
Juli juli
Juni juni
kommenden Sonntag aanstaande zondag
Mai mei
Mittwoch woensdagpossibly wrong
Mittwoch woensdagErsetze
Mittwoch nacht woensdagnacht
Monat de maand
Montag maandag
Montag abend maandagavond
Morgen ochtend
März maart
nach der Uhr sehen op de klok kijken
November november
nächste Woche volgende week
Oktober oktober
pro Woche w per week
Samstag zaterdag
Samstag abend zaterdagavond
September september
Sonntag zondag
Sonntag mittag zondagmiddag
vergangenes Jahr verleden jaar
Vergangenheit het verleden
vom vorigen Mal van vorige keer
vor allem vooral
vor ein paar Monaten een paar maanden geleden
vor einem Monat een maand geleden
vor Hunger sterben van honger sterven
Was hast du vor Wat ben je van plan
Woche de week
 
Ä
  <-- Eingabehilfe einblenden - klicken