Niederl

etwas einstecken, etwas in die Manteltasche stecken =
Iets in je zak doen/stoppen, iets in je jaszak doen/stoppen
[Hier 'je' entsprechend durch 'mijn', 'zijn', 'haar' ersetzen]

steig ein! (ins Auto) =
Stap in! (Befehl)
Stap maar in! (Eher einladend)

etwas zu tun pflegen =
Doorgaans iets doen (wenn es eher gebräuchlich ist). Altijd iets doen (ausnahmslos). Iets plegen te doen (genaue Übersetzung, aber etwas altertümliche Sprache)

er pflegte seine Mutter jeden Monat zu besuchen =
Hij pleegde iedere maand zijn moeder te bezoeken (altertümlich, aber korrekt)
Hij bezocht zijn moeder elke maand (derzeit übliche Sprache)
Hij was het gewoon zijn moeder iedere maand te bezoeken (etwas gehoben, dafür genau zutreffend)



dieser Vorfall trübte die Stimmung der Anwesenden =
Dit incident drukte de stemming onder de aanwezigen

Hoi Erick!
Auch diesmal "danke" für die guten Erläuterungen und Beispiele!
Grüße, Tamaraal.

Gerne, aber...ich sehe gerade, dass ich einen Fehler gemacht habe:

> Hij pleegde iedere maand zijn moeder te bezoeken (altertümlich, aber korrekt)

Nicht korrekt! Richtig wäre:
Hij placht iedere maand....

['Plegen' hat mehrere Bedeutungen. In der Bedeutung "pflegen, gewohn sein" ist es: plegen, hij pleegt, hij placht. In der Bedeutung "(einen Tat) begehen": plegen, hij pleegt, hij pleegde.]

Hoffentlich noch rechtzeitig korrigiert...

Aha, ja danke! Mir ist auch schon aufgefallen, dass bei "plegen" als Vergangenheitsform sowohl "pleegde" als auch "placht" auftauchte; ich hielt es schon für ein Versehen - gibt es also beide Formen, je nach Sinn-Zusammenhang.
Die Korrektur war "voll rechtzeitig"!
Ciao, Tamaraal.